Amuses van noma


Hoe voel je je als enorm grote bofkont? Alsof je glimlach op je gezicht vastzit en voorlopig niet loskomt, als vlinders in je buik, als een grote gloed om je heen. Zo voelde ik me afgelopen dinsdag. De zon, de maan, de sterren, alles moet wel in een bijzonder gunstige opstelling hebben gestaan om B. en mij een tafel voor de lunch bij noma te bezorgen. 

Met een achteloosheid waarover ik me nu nog verbaas, heb ik ons op de wachtlijst gezet voor de lunch. Een wachtlijst die onmetelijk lang zou zijn. De dag na de benoeming tot beste restaurant van de wereld in 2010 ontving noma 100.000 online reserveringsaanvragen. Dat wist ik nog niet toen ik ons inschreef, anders had ik het misschien niet eens gedaan. Ik heb er nog een aardig verzoekje bij gedaan, want ik denk dat dat wel opvalt als je een reservering krijgt. Ik vermelde dat ik in Kopenhagen was om mijn verjaardag te vieren en het zou toch erg fijn zijn (the cherry on the cake - om in kooktermen te blijven) als ik bij noma kon lunchen.

Een paar dagen voordat we naar Kopenhagen zouden gaan, zette ik het adres en telefoonnummer van noma in mijn telefoon, gewoon om de gegevens te hebben. Ik wilde er toch minstens even langslopen nu we zo dicht in de buurt zouden zijn. Dan rinkelt mijn telefoon. Noma, staat er in het scherm. Ik denk meteen dat mijn telefoon in de war is, omdat ik net bezig ben met de gegevens zullen er wel wat verkeerde verbindingen zijn gemaakt. Ik neem op, redelijk argeloos. Dan val ik bijna van mijn stoel als ik hoor dat ik met Thomas van noma spreek. Ze hebben een afzegging voor dinsdag en kom ik dan lunchen? Hoe is het mogelijk? Hoe groot is de kans dat het lukt? Ik spring een gat in de lucht en overweeg een staatslot te kopen.

Maandagavond kijken we het nieuws op onze hotelkamer: Noma voor het tweede jaar beste restaurant van de wereld. Hoe is het mogelijk? We blijven elkaar maar aankijken. We, wíj, gaan daar morgen lunchen. Hoe is het mogelijk?

Dan zijn we bij noma. We worden ontvangen, ze verwachten ons al en we worden gefeliciteerd met mijn verjaardag. Natuurlijk feliciteren we hen ook met hun benoeming. Ze zijn blij. 

Onze tafel staat voor het raam met uitzicht op Nyholm (de rivier) en Nyhavn (de wijk) aan de overkant. We zitten majesteitelijk. Dan schuift de jongen van de bediening het vaasje bloemetjes naar voren. Alsjeblieft, dit is jullie eerste amuse. Dit is gefrituurd 'flatbread' met gedroogde en verpulverde kruiden. We hebben geen idee waar we naar zitten te kijken. Moeten we dat hele vaasje leegeten? De toon is gezet, verwarring alom. Bij ons dan, de jongens van noma weten heel goed wat ze doen. Dan ontdekken we de 'takjes' die we op kunnen eten. Het smaakt naar bos, aards. Ongewoon. Snel zet de bediening het vaasje buiten ons bereik. Niet alles is eetbaar. 
Nauwelijks van onze verbazing bekomen, volgt de volgende amuse. Een terracotta schaaltje met mos, twee kiezelstenen, een tak en twee bolletjes koraal? Nee, dat is geblancheerd, gedroogd en gefrituurd rendiermos met poeder van  bospaddenstoelen. Lekker met wat crème fraîche. Meteen krijgen we een vilten schijf geserveerd met twee oranje flapjes met daarop drie rozenblaadjes. De flapjes zijn van bessen gemaakt en de natuurlijke pectine van de bessen maken ze stevig en flexibel tegelijk. De rozenblaadjes zijn gedroogd en bewerkt. De smaak is spectaculair!! Het flapje zurig en zacht, de blaadjes smaken zoeter dan een roos geurt. Het is ongekend. We krijgen een beetje door waar noma voor staat, alles is zo natuurlijk en geïnspireerd door de Noordse eetcultuur. 
Ondertussen blijven de amuses blijven maar komen, ze worden steeds door een ander persoon gebracht. Namelijk door degene die het heeft gemaakt. Met duidelijk zichtbaar plezier en glimmende ogen vertellen ze ons wat ze voor ons hebben gemaakt. En leggen het nog eens uit, want het meeste kan ik gewoon niet in één keer bevatten en ik wil echt heel goed weten wat ik eet, gewoon om het me te kunnen blijven herinneren. We krijgen een zout koekje met speck, zuring, poeder van rode bessen en een heel jong takje den. 
Twee levende garnalen in een potje ijs. Net gevangen, heel jong. Zo op te eten, ongepeld dus, met een beetje bruine botersaus. 
Een zout koekje met kuit, dille en daarop een flinterdun geroosterd grof roggebroodje.
Een doosje in de vorm van een ei met daarin twee gepelde kwarteleitjes, gerookt op hooi, zeer kort (1 min. 24) gekookt, zodat de dooier nog geheel vloeibaar is. 
Een potje radijs. Alles is te eten, behalve het potje. En of we goed willen dippen, want onder de eetbare aarde (!) zit een saus van creme fraiche. Het is heerlijk! De aarde blijkt gemaakt van hazelnoot en malt, wat we nog meer zullen tegenkomen en is, ook weer, aards en zoetig van smaak. We hebben de neiging het hele potje leeg te likken, maar er staat alweer een amuse op ons te wachten.
Een delicaat koekje van speck, met makreel en kruiden.
En dan het brood, zuurdesem, luchtig met een knapperige korst, met twee bakjes boter. Een gemaakt van geitenmelk en een van varken, reuzel dus, maar dan licht en luchtig, met korrels varkensspek. Het is allemaal zo lekker, zo ongewoon voor onze smaakpapillen. Het is een achtbaan van smaken. En dit waren nog maar de amuses. Of, zoals de sommelier met enorm gevoel voor understatement vraagt: "And, did you like the snacks?"


Reacties